4 weetjes over 'ritsen' in het verkeer



Elke bestuurder die een manoeuvre uitvoert, moet voorrang verlenen aan de andere weggebruikers (artikel 12.4 Wegcode). Van rijstrook of file veranderen geldt ook als een manoeuvre. Bij het veranderen van rijstrook ben je dan ook verplicht voorrang te verlenen aan het overige wegverkeer.

Het ritsen is verplicht als het verder rijden op een rijstrook wordt verhinderd (Artikel 12bis Wegcode). Maar hoe verloopt dit nu in de praktijk?

Op 1 maart 2014 werd op deze algemene regeling een uitzondering geïntroduceerd. Momenteel is elke bestuurder verplicht om te ‘ritsen’. Dit wil zeggen dat er bij het veranderen van rijstrook een zgn. ‘voorrang van doorgang’ geldt. 

‘Ritsen’ betekent dat wanneer bij sterk vertraagd verkeer het rijden op een rijstrook wordt verhinderd, de invoegende bestuurder vlak vóór de versmalling beurtelings voorrang geniet op de bestuurder die rijdt op de vrije rijstrook (artikel 12bis Wegcode).

Deze uitzondering op de algemene voorrangsregel zou een oplossing moeten bieden om het fileleed te verzachten. Toch blijkt deze maatregel in de praktijk te stuiten op een aantal (juridische) struikelblokken. Dat komt omdat de verplichte toepassing van het ‘ritsprincipe’ aan strikte voorwaarden onderworpen is. De bestuurder die wenst te ritsen, moet aantonen dat aan alle voorwaarden ook daadwerkelijk werd voldaan.

Met andere woorden: wie wil ritsen, moet kunnen bewijzen dat:

  • het verkeer sterk vertraagd was;
  • er ten minste één rijstrook werd onttrokken aan het verkeer;
  • er vlak vóór de wegversmalling werd ingevoegd én
  • dat beurtelings voorrang werd verleend.

Indien één van deze voorwaarden niet aanwezig was, herleeft de algemene voorrangsverplichting en zal het veranderen van rijstrook dus opnieuw worden aanzien als een manoeuvre, waarbij een voorrangsplicht geldt. Het is dan ook van cruciaal belang om bij een ongeval naar aanleiding van het ritsen voldoende bewijs te verzamelen dat aan alle hogervermelde voorwaarden om te ritsen werd voldaan. Denk aan getuigenverklaringen, opmerkingen op de ongevalsaangifte, dashcam-beelden, etc.Tot slot moet opgemerkt worden dat het ‘ritsprincipe’ niet van toepassing is bij het op- en afrijden van een autosnelweg. In dergelijke gevallen is er immers geen sprake van een rijstrook die vervalt op de autosnelweg zelf. Op de invoegstrook van een oprit geldt steeds een voorrangsplicht.

bron : DAS Rechtsbijstand

Laatste Updates

Ontvang als eerste ons laatste nieuws per mail

In de kijker